Juist de achterkant is bijzonder omdat hier de familiewapens Cuypers en Alberdingk Thijm zijn te zien.
Op het linkerpaneel staan het familiewapen van Cuypers, de spreuk: Credo Spero Amo (ik geloof, ik hoop, ik heb lief) en Fiat Voluntas Tua (Uw wil zal geschiede). Op het rechterpaneel is het familiewapen van Alberdingk Thijm en de spreuk: Nil Nisi per Christum (Niets dan door Christus) te zien. In de rand eromheen staat ook: Fiat Voluntas Tua (Uw wil zal geschiede).
Aan de binnenzijde is een voorstelling van Maria met kind en musicerende engelen geschilderd. Het is een kopie naar een origineel dat in 1518 werd geschilderd in het atelier van Jacob Cornelisz. van Oostsanen. Het origineel hing waarschijnlijk in de Onze Lieve Vrouwe Presentatiekerk in Aarle-Rixtel in de tijd dat Pierre en Joseph Cuypers de decoratie van deze kerk onder handen namen (periode 1901-1904). Er is in de collectie glasnegatieven een negatief bewaard uit begin 1900 waarop het originele drieluik in de werkplaatsen te zien is. Waarschijnlijk diende het als voorbeeld voor de kopie, waarop minder musicerende engeltjes én dus andere achterzijden geschilderd werden.
Waarom de kopie is gemaakt is niet bekend. Wat we wel weten is dat het schilderij bij Pierre Cuypers in de smaak viel: met de familiewapens voegde hij er iets persoonlijks aan toe. Niet voor niets is het werk altijd in de familie gebleven.
Tijdens het eerste Cuypersweekend in 2012 is het schilderij door Pierre Cuypers jr. namens de familie overgedragen aan het Cuypershuis. Het is afkomstig uit het legaat van zijn moeder, mevrouw E. Cuypers-Kneepkens. Met bijdragen van vele particulieren, bij elkaar gebracht met een crowdfundingactie in 2012, kon het worden gerestaureerd. Sindsdien is het drieluik weer terug op de plek waar het is gemaakt en wordt het getoond in samenhang met andere voorwerpen uit Cuypers’ woonomgeving.